De moeder aller crisissen

Weet je nog, toen je een kind was? Hoe je onschuldig in je spel opging, genoot van de bloemen die je plukte en je volop liedjes zong? Onbewust van de mensen die vertederd en liefdevol naar je keken omdat jij één en al liefde was? Je dacht er niet over na wanneer de zon onder zou gaan. Het was voldoende dat hij je verwarmde.

Weet je nog toen je ging puberen? Was je een lastige puber, boos, recalcitrant, opstandig en had je de pest aan die verdomde hypocriete volwassen wereld? Of kabbelde alles in je jeugd zo’n beetje voort en voelde je je van binnen eigenlijk nogal eenzaam? Misschien was je toen al depressief en trok je het liefst de dekens nog een keer over je hoofd. Je probeerde jezelf te verwarmen, maar het was niet voldoende meer.

Weet je nog het moment dat je volwassen werd? Hopend op succes en geluk in je verdere leven? Weet je het moment nog waarop je je jaren later realiseerde dat alles ongemerkt voorbij is gegaan? Dat dat geluk er nog steeds niet is en je nog steeds bezig bent met het moment in de toekomst waarop de zon zal verdwijnen en het verstikkende donker je weer in zijn greep krijgt? Zelfs ’s ochtends wanneer je het liefst de dekens over je hoofd wilt trekken?

Gaandeweg, van baby naar volwassene, gebeurde er iets. Ergens ging er onderweg iets verloren. Van een kind met behoefte aan warmte, zorg, nabijheid en liefde, groeide je uit tot een volwassene die succes moest hebben, aanzien, bewondering en spullen – veel spullen. Je schuldig voelend en smachtend naar rust, echte aandacht, warmte en liefde. Er was nooit voldoende om de innerlijke leegte te vullen.

Als kind moest je leren dealen met een wereld die vervreemdend was, verhard, agressief, gecorrumpeerd, afgesplitst, concurrerend, egoïstisch. Dit is het grootste basale trauma van de meeste mensen. Niet het geboortetrauma maar het trauma van de geboorte in de wereld van de volwassenen. En die waan-achtige wereld paste niet bij jouw aard. Maar je was een kind en je kon niet anders dan je ook afsplitsen door het leed te ontkennen. Door te verharden, te concurreren, verdeeldheid te creëren, de beste te moeten worden, te consumeren tot je explodeert. Of door maatschappelijk buiten de boot te vallen en noodgedwongen de nachten op straat door te brengen in een slaapzak. Omdat je je nooit helemaal in de groepspsychose van macht, geld, moordende concurrentie en nepsucces hebt kunnen nestelen. In beide gevallen is het contact met je inherente goedheid vervaagd. Je ligt nog steeds met de dekens over je hoofd en je voelt de teleurstelling in de wereld en jezelf.

Zicht krijgen op wat hier aan de hand is begint met de herkenning en de erkenning van deze fundamentele crisis. Het is de strijd tussen goed en slecht, onze ‘condition humaine’. Het is de foutieve veronderstelling dat onze mensen-aard competitief, agressief en egoïstisch is.

Jouw echte aard is van nature samenwerkend, liefdevol en onbaatzuchtig. Als je dit echt kunt zien dan loop je het risico dat je al heel wat persoonlijke problemen kwijtraakt. Weet dus wat je doet! Misschien wordt je wel weer als dat kind. Zingend, genietend en onbevangen. Misschien wordt er zelfs wel weer van je gehouden, hoe hard je ook je best doet om jezelf er van te overtuigen dat je niet goed bent zoals je bent.

Het lag niet aan jou.

 

– Stefan Schoenmacker